Anafylaxie (Anafylaxis of anafylactische reactie) is een algemene allergische reactie van het lichaam die binnen enkele minuten kan ontstaan en kan uitmonden in een anafylactische shock reactie. Er zijn verschillende organen die vooral bij deze, in principe levensbedreigende reactie, betrokken zijn. De allergische reactie treed in de meeste gevallen op in het eerste uur na de veroorzakende gebeurtenis.
Hoe sneller de reactie optreedt, des te ernstiger is het beloop.
Een anafylactische reactie is dus meer dan alleen anafylactische shock:
in het kort is een anafylactische reactie een allergische reactie waarbij het gehele lichaam in verweer komt door en tegen de stof waardoor de allergische reactie wordt uitgelokt. Dit houdt in dat er symptomen (klachten kunnen optreden op de huid; in het spijsverteringsorgaan (maag, (slok-) darmstelsel); ademhalingsorgaan (luchtwegen, longen); circulatiesysteem (hart, bloedsomloop door de aderen) en centraal zenuwstelsel.
Vaak treden symptomen door voedselallergische reacties eerder op bij de huid, spijsverteringssysteem en ademhalingssysteem in tegenstelling tot symptomen die optreden door insectengif of medicijnen, dan treden eerder klachten op van het circulatiesysteem zoals lage bloeddruk. Een anafylactische shock kan voorkomen als de bloeddruk erg laag wordt en en niet voldoende bloed meer bij de vitale delen kan komen, zoals de hersenen, waardoor er een shock reactie kan optreden.
Anafylaxie is de extreme uiting van een allergische reactie.
VOOR ALLE DUIDELIJKHEID: ANAFYLAXIE IS EEN REACTIE VAN EEN ALLERGISCHE AANDOENING.
PERSONEN MET EEN ALLERGIE, OOK DIE MET KANS OP ANAFYLAXIE, ZIJN NIET ZIEK, MAAR KUNNEN ZIEK WORDEN! NA BLOOTSTELLING/INNAME IN HET LICHAAM VAN DE STOF WAAR ZE ALLERGISCH VOOR ZIJN.
Oorzaken van ANAFYLAXIE
Uw immuunsysteem produceert antilichamen die verdedigen tegen vreemde stoffen. Dit is goed als een vreemde stof schadelijk is, zoals bepaalde bacteriën of virussen. Maar bij sommige mensen reageert het immuunsysteem op stoffen die normaal gesproken geen allergische reactie veroorzaken.
Allergie symptomen zijn meestal niet levensbedreigend, maar een ernstige allergische reactie kan leiden tot anafylaxie. Zelfs als u of uw kind in het verleden slechts een milde anafylactische reactie heeft gehad, is er een risico op ernstiger anafylaxie na een andere blootstelling aan de allergie reactie veroorzakende stof.
- De meest voorkomende anafylaxie triggers bij kinderen zijn voedselallergieën, zoals melk, pinda’s, en noten, vis, en schelpdieren.
Naast allergie tegen pinda’s, noten, vis en schelpdieren, zijn anafylaxie triggers bij volwassenen onder meer:
- Bepaalde medicijnen, waaronder antibiotica, aspirine en andere vrij verkrijgbaar te kopen pijnstillers, en het intraveneuze (IV) contrastvloeistof dat in sommige beeldvormende onderzoeken wordt gebruikt
- Insectengif door steken van wespen, bijen, hoornaars en vuurmieren
- Latex
- Hoewel niet gebruikelijk, ontwikkelen sommige mensen anafylaxie uit buitenlucht activiteiten, zoals joggen of zelfs minder intensieve fysieke activiteit, zoals wandelen.
- Het eten van bepaalde voedingsmiddelen voor het uitoefenen van inspanning of activiteiten wanneer het warm weer, koud of vochtig is, is ook bij sommige mensen verbonden met anafylaxie.
In 10 tot 15 % van de gevallen wordt de oorzaak van anafylaxie nooit geïdentificeerd (dit wordt idiopathische anafylaxie genoemd).
Het Eerste Hulp middel bij Anafylaxie is Adrenaline, Lees verder>>
Wat is Anafylaxis?
Anafylaxie is in 1902 voor het eerst beschreven door Portier en Richet na hun poging om immunotherapie toe te passen op honden tegen de steken van kwallen, waarbij er een anafylactische reactie optrad.
Als je gaat zoeken wat anafylaxis is kom je op een aantal definities die in essentie hetzelfde zeggen:
Anafylaxis betekent een ernstige systemische allergische reactie.
Deze definitie betekent dat er een ernstige (kan levensbedreigend zijn) allergische (ingezet door het afweersysteem) reactie optreedt waarbij er door meerdere orgaansystemen (dit wordt met systemisch bedoeld) symptomen worden ontwikkeld.
Deze definitie is wel correct maar dermate vaag dat er in de publicaties verschillende uitkomsten worden gepresenteerd over de prevalentie, diagnose en behandeling. Onderzoek naar de epidemiologie blijkt nogal problematisch te zijn door het gebrek aan een overeengekomen definitie voor anafylaxis en een gebrek aan vereiste rapportage voor fatale dan wel serieuze incidenten. Een andere bijdrage aan dit probleem is het gebrek aan duidelijkheid hoe ernstig een reactie moet zijn om dit anafylaxis te coderen en het gebrek aan kennis aan de variabiliteit van de symptomen van anafylaxis. Er zijn niet zoveel onderzoeken uitgevoerd die inzicht kunnen geven hoe vaak anafylaxis voorkomt, dus het hoe vaak anafylaxis voorkomt blijft onzeker. Schattingen variëren van 10 tot 20 / 100.000 inwoners per jaar.
In de extreme oftewel klassieke vorm, zijn bij anafylaxis de huid, luchtwegen, hart en vaatstelsel en maag en darm systeem betrokken, organen die veel mestcellen bevatten. En hoewel artsen zulke typische vormen van anafylaxis wel kunnen herkennen is de manier waarop anafylaxis zit manifesteert meestal meer raadselachtig, waarbij er door de meerdere betrokken organen er verschillende symptomen aanwezig zijn.
Hoewel in 2003 de WHO (World Health Organisation) al een aantal codes heeft benoemd in het “International Classification of Diseases, 10e Revisie” om fatale anafylactische reacties te beschrijven blijkt uit data gepresenteerd op een in april 2004 gehouden symposium een ondergebruik van deze codes.
Tot dat er universeel geaccepteerde criteria voor de diagnose, gestandaardiseerde codes en rapportage over anafylaxis is, zal de echte prevalentie (de mate van voorkomen) van incidenten en prevalentie van levenslange anafylaxis onbekend blijven.
Ook in Nederland speelt dit probleem, tijdens een inventarisatie sessie door het ministerie van VWS is in 2005 is dit probleem aangegeven en toegezegd is dat onderzocht zou worden hoe anafylaxis in het LIS (Letsel Informatie Systeem) opgenomen kan worden. Dit is een goede stap vooruit maar naast het opnemen van deze codes behoort ook instructie en training gegeven te worden aan de personen die dit moeten toepassen (het personeel werkzaam op de Spoedeisende Hulp).
Het reactieproces van anafylaxis is uitermate complex. Allereerst zal er een fase aan vooraf gaan waarin het individu gevoelig gemaakt wordt om in de toekomst een mogelijke reactie te kunnen krijgen. Deze zogenaamde sensibilisatie vindt plaats door een hoge graad van coördinatie tussen verschillende stappen waarbij verschillende celtypes en mediatoren die beïnvloed worden door milieublootstellingen en complexe genetische factoren.Uiteindelijk is het zo dat zelfs identieke tweelingen die samen zijn opgevoed geen klinische overstemming kunnen hebben. Een belangrijk immunologisch onderdeel van allergie is het feit dat niet alle gesensibiliseerde individuen klinische reacties (objectiveerbaar, gerelateerd aan de blootstelling aan het allergeen) zullen ontwikkelen. En hoewel blootstelling aan IgE-antilichamen, die in voedsel- en luchtgedragen allergenen zitten, een directe relatie blijken te hebben met de waarschijnlijkheid om een allergische reactie te krijgen moet de relatie tussen het optreden van reacties die ontstaan bij contact van het allergeen met het gesensibiliseerde individu en de voldoende activiteit van mestcellen, basofielen en mogelijk andere cellen die een anafylactische reactie kunnen oproepen nog opgehelderd worden. Wanneer mestcellen worden geactiveerd, worden er verscheidene goed gekarakteriseerde mediatoren vrijgemaakt (zoals histamine en tryptase). Helaas is vastgesteld dat de hoeveelheid tryptase niet consistent verhoogd aanwezig is in het bloed van patiënten die anafylaxis hebben (gehad), speciaal bij voedselallergie, en de hoeveelheid histamine is alleen licht verhoogd bij afloop van de reactie en dit is ook nog instabiel. Hierom zullen er andere aanvullende “biomarkers” geïdentificeerd moeten worden die zowel aanwezig zijn gedurende de meeste of alle anafylactische reacties en die eenvoudig en snel meetbaar zijn. Een recente publicatie geeft aan dat er onderzoek is dat een nieuwe biomarker heeft geïdentificeerd voor anafylaxis gevallen. Hierin wordt aangegeven dat er een verhoogd niveau aan “carboxypeptidase”, een enzym dat gemaakt wordt door mestcellen tijdens anafylaxis. Deze stof zou een belangrijke indicatie kunnen zijn voor de bepaling van anafylaxis mits het vastgesteld is in het bloed dat binnen 8 uur na het begin van de anafylaxis is afgenomen. Andrew F. Walls, PhD, University of Southampton, Southampton, United Kingdom, en zijn collega’s vonden dat de carbopeptidase niveaus aanwijsbaar hoger waren bij patiënten die een anafylactische reactie hebben doorgemaakt vergeleken met patiënten zonder reactie. In de meeste gevallen waarbij het tryptase gehalte verhoogd was, was ook het carbopeptidase gehalte verhoogd. En van meer belang is dat het carbopeptidase gehalte was verhoogd bij die patiënten die geen verhoging hadden van tryptase. De conclusie van dit onderzoek is dat mestcel carbopeptidase een belangrijke biomarker is voor de bepaling of een patiënt een anafylactische reactie heeft gehad.
De diagnose Idiopathisch anafylaxis is een uitsluitingsdiagnose. Dit betekent niet dat er geen oorzaak aan te geven is voor de anafylactische reactie, maar dat met dit geval niet heeft kunnen plaatsen binnen de bekende categorieën van oorzaken. Het exacte aantal van idiopathische anafylaxis gevallen is onbekend, maar verschillende onderzoeken geven een schatting dat ca. 20% van de anafylaxis gevallen Idiopathisch is. Er zijn geen klinisch onderscheidende aspecten (hoewel 33% van de gevallen ‘s nachts voorkomen) en dat ze fataal kunnen zijn. Beheersing bestaat vaak uit profylactische corticosteroïden en antihistamine behandeling.
Bij deze zeldzame ziekte is er een teveel aan mestcellen die grote hoeveelheden histamine vrij kunnen maken. De diagnose wordt vermoed bij een verdachte anamnese, een verhoogd serumtryptase en een verhoogd methylhistamine in de urine en wordt uiteindelijk bevestigd met een positief huid- en / of beenmergbiopt waarbij een teveel aan mestcellen wordt gezien.
Doordat er geen uniform overeengekomen definitie is van anafylaxis, hoe het te classificeren en coderen, en er geen educationele activiteiten zijn op dit gebied is het verwonderlijk dat er toch nog een hoeveelheid diagnoses plaatsvindt waarvan de uitkomst anafylaxis of de kans op anafylaxis is. Dit is te meer bijzonder omdat anafylaxis de enige levensbedreigende conditie is binnen het gezondheidsaandachtsgebied Allergie.
Dit geeft een formidabele uitdaging aan de creatie van een ziekte definitie die op alle situaties toepasbaar is. Echter ongeacht de situatie, Epinefrine is de eerste medicatie keus voor de behandeling van anafylaxis.
Voor de juiste diagnose van medicijn geïnduceerde anafylaxis is een accurate historische informatie onontbeerlijk., zoals wanneer werd de stof gegeven; de tijd na blootstelling tot de reactie; medicijnen die de patiënt eerder heeft gekregen (om eerdere sensibilisatie te bepalen) en de reactie van de patiënt op de behandeling. Objectieve gegevens zoals een dossier van de SEH (Spoed Eisende Hulp) of van de verwijzende dokter kunnen behulpzaam zijn bij het vaststellen van de juiste diagnose.
Helaas zijn gevalideerde testen voor IgE gemediëerde reacties niet beschikbaar voor de meeste medicijnen en biologische stoffen. Hoog nodig is dan ook de identificatie van de relevante immunologische determinanten plaats vind en de ontwikkeling van gevalideerde diagnostisch materiaal.
De meeste medicijn gerelateerde reacties vinden plaats in het ziekenhuis en patiënten die medicijn geïnduceerde anafylactische reacties hebben gehad zouden geïnstrueerd moeten worden om dit met hun (huis)arts te bespreken, en indien mogelijk zou de oorzaak achterhaald moeten worden door huidtesten. Aan de andere kant moeten artsen zorgvuldig de anamnese van de patiënt moeten opnemen om in te kunnen schatten of er een potentiële medicijn geïnduceerde anafylaxis zou kunnen optreden voordat medicatie voorgeschreven of toegediend wordt.
Anafylaxis door anestatica is een zeldzame, ernstige reactie. Hoe vaak het in Nederland voorkomt is niet bekend omdat er hiervoor geen centrale registratie plaats vindt, Maar uit onderzoek in Amerika blijkt tussen 1 op elke 3500 en 1 op 20.000 mensen anestatica geïnduceerde anafylaxis krijgt. Er het aantal dat hieraan overlijdt is ongeveer 4% met een extra 2% die het wel overleefd maar ernstig hersenletsel hieraan overhoudt.
De eerste tekenen worden vaak niet herkend, en hartfalen is vaak de enige uiting. Hartfalen treed op in ongeveer 50% van de gevallen. Verder zijn bronchospasme en een lage bloeddruk kunnen ook de enige tekenen zijn, waardoor de diagnose uitermate moeilijk vast te stellen is, omdat deze klinische condities vaker voorkomen onder narcose en verschillende oorzaken kunnen hebben. Daar boven op kan de diagnose totaal gemist zijn, hetgeen resulteert in ernstige implicaties voor een toekomstige narcose.
Neuronmusculaire blokkerende medicijnen worden gerapporteerd als de meest algemene oorzaak. Enkele reacties zijn veroorzaakt door directe stimulatie van de mestcellen, terwijl andere IgE-gemediëerd blijken te zijn. Gegevens over het nut van huidtesten zijn controversieel door de mogelijkheid van vals-positieve uitslagen Preventie van deze reacties vereist meer onderzoek zowel als richtlijnen over het nut van huidtesten. Daarnaast zou een registratie over de prevalentie van incidenten met narcosemiddelen meer inzicht kunnen geven in het probleem in Nederland.
Het optreden van anafylaxis voor insectengif is meestal snel. En fatale reacties hebben de neiging om nog sneller te zijn, waarbij 96% van de fatale reacties binnen 30 minuten beginnen na de steek. Consequentie hiervan is dat er een noodzaak is om nadruk te leggen op directe behandeling met Epinefrine (vaak zelf toegediend als auto-injector) voor deze reacties bij daarvoor gevoelige patiënten in plaats van een “wacht maar af” houding en sterk aandringen op een evaluatie en verwijzen naar een specialistisch consult.
Dit is de enige vorm van anafylaxis waar immunotherapie voor beschikbaar is als preventie voor toekomstige steken. Het is belangrijk te realiseren dat in 20% van de gevallen er geen huidreacties zullen optreden, met urticaria afwezig in meer dan 30% van de gevallen. Op dit moment kunnen de meeste fatale reactie niet vermeden worden omdat ze plaatsvinden bij een eerste steek reactie en diagnostische tests zijn niet nuttig bij volwassenen omdat bij 25% deze positief zullen zijn. Verder onderzoek naar deze hoog sensitieve personen die géén anafylactische reactie krijgen zou uitermate nuttig kunnen zijn om achter het mechanisme te komen waarom deze personen niet reageren.
Medische noodsituatie
Een anafylactische reactie is per definitie een medische noodsituatie. Hierbij moet direct handelend opgetreden worden door het toedienen van Epinefrine (adrenaline) in de dijbeenspier én onlosmakelijk daarmee verbonden is het bellen naar 112, waar je om een ambulance vraag wegens een anafylactische reactie (of anafylaxie).